In Thailand is voor ieder wat wils. Heerlijk eten, mooie stranden, bijzondere tempels, maar ook meerdere nationale parken. Dit houdt in dat de natuur binnen deze parken wordt beschermd. Elk park heeft zijn eigen charmes en wij zullen er nu drie met jullie delen!
Kui Buri National Park
Thailand staat onder andere bekend om haar olifanten. De leukste – en liefste – manier om met deze dieren in contact te komen, is door ze te spotten in het wild! In dit park is dat mogelijk. Kui Buri is in 1999 opgericht, door massale ontbossing waren er destijds nog maar minder dan honderd wilde olifanten over. Momenteel gaat het veel beter en lopen er zo’n vijfhonderd Dombo’s rond. Niet alleen olifanten noemen dit park hun thuis. Nee, er lopen ook wilde zijnen, gouden jakhalzen, stekelvarkens, en waterbuffels rond. In dit park kan je met acht personen in een auto op safari. Dit kost voor vier uur ongeveer 850 baht. Daarnaast betaal je nog 200 baht per persoon om het park binnen te komen. Of je een olifant zult zien kan niet worden gegarandeerd, maar de kans is erg groot!
Khao Yai National Park
Veel toeristen landen op Bangkok. Khao Yai is maar 2,5 uur hier vandaan en vormt daarom een goede eerste stop. Dit park is opgericht in 1962 en is daarmee het oudste nationale park van Thailand. In dit park leven onder andere makaken, herten, gibbons, stekelvarkens en olifanten. De kans dat je olifanten in dit park zult spotten is echter vele malen kleiner dan in het vorige park. Khao Yai is wel erg geschikt voor het spotten van de mooiste vogels. Het is namelijk een thuisbasis voor 300 verschillende trekvogels. De beste tijd om dit te doen is in de droge maanden en in maart en april, want dan vindt hier de vogeltrek plaats. Het park is elke dag open van 06:00 tot 18:00 en de entree is 400 baht voor volwassenen en 200 voor kinderen.
Sam Roi Yot National Park
Sam Roi Yot is opgericht in 1966 en staat bekend als ‘de driehonderd bergtoppen’. Het park wordt zo genoemd omdat het bestaat uit vele kalkstenen rotsen. Het binnenland van het Khao Sam Roi Yot National Park heeft het grootste zoetwater natuurgebied van Thailand. Dit maakt het een goede plek om watervogels te spotten. Er is nog veel meer moois te zien in dit park zoals witte stranden, zoetwatermoerassen en grotten. De meest bekende grot is de Phraya Nakhon. Dit is geen typische donkere enge grot, maar een prachtig bouwwerk. Door de opening bovenaan schijnt er een prachtig licht op het paviljoen. Je kunt de Phraya Nakhon bereiken via het dorpje Bang Phu en de Laem Sala Beach. Het grootste deel van het park heeft geen sluitingstijd, maar bijna alle belangrijke bezienswaardigheden zijn open van 08.00 tot 16.30. De toegangsprijs voor volwassenen is 200 baht en voor kinderen 100.
Een kleine tip, de nationale parken zijn zowel bij toeristen als bij locals geliefd. Wil je een park bezoeken, probeer dan doordeweeks te gaan en niet op feestdagen zodat je de grootste drukte kan vermijden.
In Thailand is voor ieder wat wils. Heerlijk eten, mooie stranden, bijzondere tempels, maar ook meerdere nationale parken. Dit houdt in dat de natuur binnen deze parken wordt beschermd. Elk park heeft zijn eigen charmes en wij zullen er nu drie met jullie delen!
Kui Buri National Park
Thailand staat onder andere bekend om haar olifanten. De leukste – en liefste – manier om met deze dieren in contact te komen, is door ze te spotten in het wild! In dit park is dat mogelijk. Kui Buri is in 1999 opgericht, door massale ontbossing waren er destijds nog maar minder dan honderd wilde olifanten over. Momenteel gaat het veel beter en lopen er zo’n vijfhonderd Dombo’s rond. Niet alleen olifanten noemen dit park hun thuis. Nee, er lopen ook wilde zijnen, gouden jakhalzen, stekelvarkens, en waterbuffels rond. In dit park kan je met acht personen in een auto op safari. Dit kost voor vier uur ongeveer 850 baht. Daarnaast betaal je nog 200 baht per persoon om het park binnen te komen. Of je een olifant zult zien kan niet worden gegarandeerd, maar de kans is erg groot!
Khao Yai National Park
Veel toeristen landen op Bangkok. Khao Yai is maar 2,5 uur hier vandaan en vormt daarom een goede eerste stop. Dit park is opgericht in 1962 en is daarmee het oudste nationale park van Thailand. In dit park leven onder andere makaken, herten, gibbons, stekelvarkens en olifanten. De kans dat je olifanten in dit park zult spotten is echter vele malen kleiner dan in het vorige park. Khao Yai is wel erg geschikt voor het spotten van de mooiste vogels. Het is namelijk een thuisbasis voor 300 verschillende trekvogels. De beste tijd om dit te doen is in de droge maanden en in maart en april, want dan vindt hier de vogeltrek plaats. Het park is elke dag open van 06:00 tot 18:00 en de entree is 400 baht voor volwassenen en 200 voor kinderen.
Sam Roi Yot National Park
Sam Roi Yot is opgericht in 1966 en staat bekend als ‘de driehonderd bergtoppen’. Het park wordt zo genoemd omdat het bestaat uit vele kalkstenen rotsen. Het binnenland van het Khao Sam Roi Yot National Park heeft het grootste zoetwater natuurgebied van Thailand. Dit maakt het een goede plek om watervogels te spotten. Er is nog veel meer moois te zien in dit park zoals witte stranden, zoetwatermoerassen en grotten. De meest bekende grot is de Phraya Nakhon. Dit is geen typische donkere enge grot, maar een prachtig bouwwerk. Door de opening bovenaan schijnt er een prachtig licht op het paviljoen. Je kunt de Phraya Nakhon bereiken via het dorpje Bang Phu en de Laem Sala Beach. Het grootste deel van het park heeft geen sluitingstijd, maar bijna alle belangrijke bezienswaardigheden zijn open van 08.00 tot 16.30. De toegangsprijs voor volwassenen is 200 baht en voor kinderen 100.
Een kleine tip, de nationale parken zijn zowel bij toeristen als bij locals geliefd. Wil je een park bezoeken, probeer dan doordeweeks te gaan en niet op feestdagen zodat je de grootste drukte kan vermijden.