Thailand is al decennialang een geliefde reisbestemming dankzij de verscheidenheid aan landschappen en activiteiten, en de legendarische gastvrijheid. Wie meer van het land wil ontdekken dan de bekende steden en populairste eilanden, vindt een schat aan verborgen plekken buiten de begaande paden en weg van de drukte. Precies wat je nu nodig hebt om naar uit te kijken, en straks tot rust te komen en op te kunnen laden. De redactie tipt verborgen juweeltjes in zes verschillende regio van het Land van de Glimlach. Er valt nog zo veel te ontdekken.
Voor avonturiers: de bossen en bergen van het afgelegen noorden.
1. Noord-Thailand: Mae Hong Son
Mae Hong Son is een uitgestrekte, bergachtige provincie in het noorden van het land. Mae Hong Son is dunbevolkt en heeft weelderige bossen, rijstvelden en groene plantages die zich uitstrekken tot aan de horizon. Het gebied is altijd al een favoriete bestemming geweest voor Thaise avonturiers, wie buiten de gebaande paden wil gaan, gaat hiernaartoe.
Tips
– Bezoek in Mae Hong Son, de gelijknamige hoofdstad van de provincie, het heiligdom Wat Phra That Doi Kong Moo, een prachtige stoepa; Wat Phra Non, de slapende Boeddha; de Wat Chong Kham-tempel en de Su Tong Pe-brug, een zeshonderd meter lange houten brug over de rijstvelden.
– Maak een dagtocht naar Nationaal Park Tham Pla – Pha Suea, voor een trektocht door de jungle en een duik in een waterval.
– Verder noordelijk, op een steenworp van de grens met Myanmar, maar zeer de moeite waard zijn bijvoorbeeld ook de velden vol wilde zonnebloemvelden (november-december) in Mae U-Kho, het prachtige Pang Ung-meer, het Lee Wine Ruk Thai Resort, op het terrein van een theeplantage met uitzicht op het meer van Ban Rak Thai; uitgestrekte rijstvelden; het kleine stadje Pai, omringd door majestueuze bergen; proef de zalige ochtendmist en zie de zonsopgang vanaf de 1650 meter hoge Doi Pui-berg of rijd de prachtige route naar Baan Ja Bo, een klein dorpje verscholen tussen de bergen en omringd door rijstvelden in Mae La Noi.
Zo kom je er
Auto: een rit van 4,5 uur vanuit Chiang Mai.
Vliegtuig: vanuit Chiang Mai en Bangkok ben je ongeveer een uur onderweg.
Beste tijd om te gaan
Het is het hele jaar goed, maar april en mei zijn extreem heet en droog. Van juli tot en met december zijn de rijstvelden, plantages en bossen op hun mooist.
Een spectaculair maanlandschap, wilde rivieren en verkoelende meren: een roadtrip door het noordoosten.
2. Noord-Oost Thailand: Ubon Ratchathani
Ubon Ratchathani ligt ruim zeshonderd kilometer ten noordoosten van Bangkok. Dit is de meest oostelijke provincie van Thailand, op de grens met Laos, gescheiden door de Mekongrivier. Deze regio is ideaal voor een roadtrip – al dan niet met het gezin – en voor liefhebbers van natuur en het authentieke platteland.
Tips
– De machtige stromen van de Mekongrivier vormden hier het buitengewone, bijna maanachtige landschap van Sam Phan Bok, ook wel bekend als de Grand Canyon van Thailand. Vooral tijdens zonsondergang is deze plek, ook een van de mooiste reizen om te maken voor 2020 volgens National Geographic Traveler, hypnotiserend bijzonder.
– Voor een verkoelende pauze onderweg, stop je bij de Saeng Chan-waterval om op te frissen.
– Rijd naar het zuiden en bezoek Nationaal Park Pha Taem. Niet alleen zie je hier de schoonheid van het droge bos van de tropische savanne, er is ook een klif waar je prehistorische schilderingen kunt bewonderen en een fenomenaal uitzicht hebt over de Mekongrivier.
– Verder naar het zuiden, bij zonsondergang, gloeit Wat Phu Prao (Sirindhorn-tempel) in het donker. Dwaal rond op deze prachtige plek voordat je een overnacht in een van de resorts in de buurt van het stuwmeer van Sirindhorn.
Zo kom je er
Trein: de nachttrein brengt je acht uur van Bangkok naar Ubon Ratchathani.
Vliegtuig: vanuit Bangkok is het een vlucht van een uur.
Beste tijd om te gaan
Het hele jaar door, met uitzondering van de warmste maanden, april en mei.
Historische parken, paleizen en tempels: reis terug in de tijd naar het koninkrijk Siam.
3. Centraal-Thailand: Sukhothai
Sukhothai ligt 425 kilometer ten noorden van Bangkok, en driehonderd kilometer ten zuiden van Chiang Mai. Sukhothai was de eerste hoofdstad van het koninkrijk Siam, gesticht door koning Sri Indraditya in de dertiende eeuw. De ruïnes van de paleizen en tempels in Sukhothai staan op de Unesco Werelderfgoedlijst.
Tips
– Het historische park Sukhothai is een uitgestrekt gebied vol prachtige ruïnes van paleizen en tempels. Bezoekers kunnen er wandelen, fietsen of een elektrische golfwagen huren om het park te verkennen. Sukhothai heeft ook een kunstacademie, beroemd om de sierlijke Boeddhabeelden en de handgeschilderde keramiek.
– Tijdens Loy Krathong, het lantaarnfestival in november, doen licht- en geluidsshows en speciale decoraties Sukhothais glorieuze verleden herleven.
– Veertig kilometer van de stad Sukhothai ligt Si Satchanalai, eveneens een historisch park en Unesco-werelderfgoed. Minder bekend dan Sukhotai, maar minstens zo indrukwekkend.
– Nabij Si Satchanalai vind je het dorp Baan NaTon Chan, dat bekend staat om zijn prachtige rijstvelden, heerlijke rijstnoedelgerechten, prachtige traditionele stoffen en vriendelijke bevolking.
Zo kom je er
Auto: In viereneenhalf uur rijd je van Chiang Mai naar Sukhothai. Vanuit Bangkok doe je er een uur langer over, onderweg passeer je Ayutthaya, Lopburi, Uthai Thani en Pichit. Vliegtuig: vanuit Bangkok ben je een uur onderweg. Sukhothai heeft de mooiste luchthaven van Thailand.
Beste tijd om te gaan
Het hele jaar door, met uitzondering van de warmste maanden, april en mei.
Witte zandstranden en kristalhelder water: ontdek de minder bekende eilanden in de Thaise Golf.
4. Oost-Thailand: Trat
In het verre oosten, op 320 km van Bangkok, ligt Trat. Vanwege de relatief grote afstand van Bangkok, vinden minder reizigers hun weg naar deze regio, wat er onder meer voor zorgt dat de paradijselijke eilanden die hier voor de kust, in de Golf van Thailand, liggen, betrekkelijk onbekend en weinig bezocht blijven. Wie wel de tocht onderneemt, treft op de eilanden spierwit, poederachtig zand en glashelder en aangenaam warm zeewater. Een ideale strandvakantiebestemming.
Tips
– Het eiland Koh Chang is het op één na grootste eiland van Thailand (na Phuket). Van de eilanden in de Thaise Golf is dit ook de meest bezochte. Dit eiland, dat zijn naam dankt aan zijn vorm, een olifant (chang), heeft prachtige, uitgestrekte witte zandstranden – White Sand Beach, Lonely Beach, Ao Prao Beach, Kai Bae Beach en Long Beach behoren tot de mooiste.
– Het eiland is uitstekend per fiets te verkennen. Ga bijvoorbeeld op zoek naar de diep in de bossen verborgen watervallen voor een verkoelende pauze.
– Koh Mak is een klein eiland met een actieve lokale gemeenschap die werkt aan het behoud van de authenticiteit en zorgdraagt voor duurzaamheid. Je vindt er een kleine markt en een stuk of twintig resorts die door lokale families worden gerund. Koh Mak voelt als een toevluchtsoord, stil en vredig. De beste stranden zijn Ao Suan Yai, Ao Pra en Ao Khao.
– Koh Kood (of Ko Kut) is het verst verwijderd van het vasteland. Het water is het thuis van talloze kleurrijke vissen en het wilde binnenland van dit vrijwel ongerepte eilandje is ongelooflijk mooi. Een ultieme plek voor liefhebbers van zwemmen en snorkelen. Een kajaktocht door de mangrovebossen is ook een optie, evenals een junglewandeling onder leiding van een gids, die je onder meer langs verscholen watervallen leidt. Yai Kee Beach, Klong Chao Beach, Bang Bao Beach, Ao Prao Beach, Ao Tapao Beach enAo Klong Hin Beach.
Zo kom je er
Vliegtuig: vlieg in een uur van Bangkok naar Trat, neem een taxi naar de pier vanwaar verschillende boten naar de verschillende eilanden varen.
Auto: rijd in vierenhalf uur van Bangkok naar een van de pieren in Trat en vanaf daar een boot naar het eiland van je keuze.
Beste tijd om te gaan
Het klimaat is hier vergelijkbaar met dat van de Andamanse Zee: van oktober/november tot april/mei is het weer het aangenaamst.
Vissers, vogels en rust: het landelijke en serene zuidoosten.
5. Zuid-Oost Thailand: Phatthalung
Phatthalung ligt 850 ten zuiden van Bangkok. Hoewel deze provincie aan de Golf van Thailand ligt, is het interessantste hier niet zozeer de zee, maar de ondergelopen vlaktes, meren en moerassen, waar vissers en boeren hun eenvoudige, authentieke leven leiden. Dit is sereen, landelijk Thailand, uitstekend voor een escape van een paar dagen.
Zo kom je er
Vliegtuig en auto: je vliegt in een uur van Bangkok naar Trang of Songkhla, vervolgens rijd je een uur met de auto naar Phatthalung.
Beste tijd om te gaan
Het hele jaar door.
Tips
– Boek een resort in de buurt van waar de Pak Pra-rivier het meer ontmoet. Dit is de beste plek om de authentieke Thaise levensstijl te observeren en lokale vissers aan het werk te zien. Visnetten staan hoog in het water en weerspiegelen in het spiegelgladde water van het meer. Hier wordt de stilte alleen onderbroken door het geluid van vissersboten en vogels. Huur ’s ochtends vroeg een boot om het meer te verkennen en zie de zon achter de talloze visnetten opkomen. Bezoek een ondergelopen rijstveld, kom tot rust aan de waterkant en geniet van een oorspronkelijke, verse keuken in een van de lokale restaurantjes.
– Watervogelreservaat Thale Noi (‘kleine zee’) is een must voor liefhebbers van vogels en bijzondere bloemen. Ga vroeg in de ochtend en huur een boot om vanaf het water een veelvoud aan rode en roze waterlelies en andere bloemen van waterplanten te zien. Spot talloze tropische vogels (vergeet je camera niet!) maar pas op voor de waterbuffels. Stop bij Krajood Varni Cooperative Center om te zien (of zelf te leren) hoe je tassen en andere souvenirs maakt van gedroogd krajood (een soort heel stevig gedroogd gras), een perfect en bijzonder souvenir.
Wilde natuur en een knalblauwe zee: de tropische paradijsjes van het zuidwesten.
6. Zuid-West Thailand: Satun
Bijna duizend kilometer ten zuidwesten van Bangkok ligt Satun, vanwege de afstand tot de hoofdstad misschien wel het best bewaarde geheim van het land. Wie de tijd en de wens heeft om ernaartoe af te reizen, zal worden beloond. De eilanden van deze provincie Satun zijn zo verbazingwekkend mooi, dat bezoekers het gebrek aan comfort zullen vergeten.
Tips
– Ko Lipe is het bekendste eiland van Satun, vanwege het spectaculair blauwe water en het rijke zeeleven. Ga snorkelen of duiken, boek een traditionele boot voor een snorkeltocht en een bezoek aan omliggende eilandjes. Wie geluk heeft ziet bioluminescente stralen, het Thaise antwoord op zeevonk. Op het eiland zelf vind je tal van meer en minder eenvoudig accommodaties, aan het strand of in de kleine jungle.
– De eilanden Ko Rawi, Ko Adang, Ko Bulon en Ko Khai zijn stuk voor stuk tropische paradijsjes.
– Satun heeft een geopark voor liefhebbers van geologie. Voor een onvergetelijke ervaring maak je een kajaktocht langs de prachtige steenformaties.
– Het eiland Tarutao, in het maritieme nationale park Tarutao, was ooit een gevangeniseiland, het Thaise Alcatraz eigenlijk. Hier werden politieke gevangenen opgesloten. Ontsnappen was onmogelijk door de verre afstand van het vasteland. Het eiland is wild, mysterieus en mooi. Er zijn weinig tot geen toeristische voorzieningen, maar wel een talloze watervallen, grotten, kalkstenen kliffen en een ongerepte jungle.
Zo kom je er
Vliegtuig en auto: je vliegt in een uur van Bangkok naar Trang of Songkhla en rijd vervolgens naar de Pakbara-pier, waar je de boot naar een van de eilanden neemt.
Beste tijd om te gaan
Van november tot april/mei. Van juni-september wakkert de moesson aan en sommige eilanden zijn tijdens het regenseizoen gesloten.
Voor vragen over reizen naar Thailand, kun je altijd terecht bij ons Europese kantoor van Tourism Authority of Thailand (TAT) in Parijs, we helpen je graag! Je kunt ons bereiken via infosthailande@gmail.com
Dit artikel is gemaakt in samenwerking met National Geographic.
Thailand is al decennialang een geliefde reisbestemming dankzij de verscheidenheid aan landschappen en activiteiten, en de legendarische gastvrijheid. Wie meer van het land wil ontdekken dan de bekende steden en populairste eilanden, vindt een schat aan verborgen plekken buiten de begaande paden en weg van de drukte. Precies wat je nu nodig hebt om naar uit te kijken, en straks tot rust te komen en op te kunnen laden. De redactie tipt verborgen juweeltjes in zes verschillende regio van het Land van de Glimlach. Er valt nog zo veel te ontdekken.
Voor avonturiers: de bossen en bergen van het afgelegen noorden.
1. Noord-Thailand: Mae Hong Son
Mae Hong Son is een uitgestrekte, bergachtige provincie in het noorden van het land. Mae Hong Son is dunbevolkt en heeft weelderige bossen, rijstvelden en groene plantages die zich uitstrekken tot aan de horizon. Het gebied is altijd al een favoriete bestemming geweest voor Thaise avonturiers, wie buiten de gebaande paden wil gaan, gaat hiernaartoe.
Tips
– Bezoek in Mae Hong Son, de gelijknamige hoofdstad van de provincie, het heiligdom Wat Phra That Doi Kong Moo, een prachtige stoepa; Wat Phra Non, de slapende Boeddha; de Wat Chong Kham-tempel en de Su Tong Pe-brug, een zeshonderd meter lange houten brug over de rijstvelden.
– Maak een dagtocht naar Nationaal Park Tham Pla – Pha Suea, voor een trektocht door de jungle en een duik in een waterval.
– Verder noordelijk, op een steenworp van de grens met Myanmar, maar zeer de moeite waard zijn bijvoorbeeld ook de velden vol wilde zonnebloemvelden (november-december) in Mae U-Kho, het prachtige Pang Ung-meer, het Lee Wine Ruk Thai Resort, op het terrein van een theeplantage met uitzicht op het meer van Ban Rak Thai; uitgestrekte rijstvelden; het kleine stadje Pai, omringd door majestueuze bergen; proef de zalige ochtendmist en zie de zonsopgang vanaf de 1650 meter hoge Doi Pui-berg of rijd de prachtige route naar Baan Ja Bo, een klein dorpje verscholen tussen de bergen en omringd door rijstvelden in Mae La Noi.
Zo kom je er
Auto: een rit van 4,5 uur vanuit Chiang Mai.
Vliegtuig: vanuit Chiang Mai en Bangkok ben je ongeveer een uur onderweg.
Beste tijd om te gaan
Het is het hele jaar goed, maar april en mei zijn extreem heet en droog. Van juli tot en met december zijn de rijstvelden, plantages en bossen op hun mooist.
Een spectaculair maanlandschap, wilde rivieren en verkoelende meren: een roadtrip door het noordoosten.
2. Noord-Oost Thailand: Ubon Ratchathani
Ubon Ratchathani ligt ruim zeshonderd kilometer ten noordoosten van Bangkok. Dit is de meest oostelijke provincie van Thailand, op de grens met Laos, gescheiden door de Mekongrivier. Deze regio is ideaal voor een roadtrip – al dan niet met het gezin – en voor liefhebbers van natuur en het authentieke platteland.
Tips
– De machtige stromen van de Mekongrivier vormden hier het buitengewone, bijna maanachtige landschap van Sam Phan Bok, ook wel bekend als de Grand Canyon van Thailand. Vooral tijdens zonsondergang is deze plek, ook een van de mooiste reizen om te maken voor 2020 volgens National Geographic Traveler, hypnotiserend bijzonder.
– Voor een verkoelende pauze onderweg, stop je bij de Saeng Chan-waterval om op te frissen.
– Rijd naar het zuiden en bezoek Nationaal Park Pha Taem. Niet alleen zie je hier de schoonheid van het droge bos van de tropische savanne, er is ook een klif waar je prehistorische schilderingen kunt bewonderen en een fenomenaal uitzicht hebt over de Mekongrivier.
– Verder naar het zuiden, bij zonsondergang, gloeit Wat Phu Prao (Sirindhorn-tempel) in het donker. Dwaal rond op deze prachtige plek voordat je een overnacht in een van de resorts in de buurt van het stuwmeer van Sirindhorn.
Zo kom je er
Trein: de nachttrein brengt je acht uur van Bangkok naar Ubon Ratchathani.
Vliegtuig: vanuit Bangkok is het een vlucht van een uur.
Beste tijd om te gaan
Het hele jaar door, met uitzondering van de warmste maanden, april en mei.
Historische parken, paleizen en tempels: reis terug in de tijd naar het koninkrijk Siam.
3. Centraal-Thailand: Sukhothai
Sukhothai ligt 425 kilometer ten noorden van Bangkok, en driehonderd kilometer ten zuiden van Chiang Mai. Sukhothai was de eerste hoofdstad van het koninkrijk Siam, gesticht door koning Sri Indraditya in de dertiende eeuw. De ruïnes van de paleizen en tempels in Sukhothai staan op de Unesco Werelderfgoedlijst.
Tips
– Het historische park Sukhothai is een uitgestrekt gebied vol prachtige ruïnes van paleizen en tempels. Bezoekers kunnen er wandelen, fietsen of een elektrische golfwagen huren om het park te verkennen. Sukhothai heeft ook een kunstacademie, beroemd om de sierlijke Boeddhabeelden en de handgeschilderde keramiek.
– Tijdens Loy Krathong, het lantaarnfestival in november, doen licht- en geluidsshows en speciale decoraties Sukhothais glorieuze verleden herleven.
– Veertig kilometer van de stad Sukhothai ligt Si Satchanalai, eveneens een historisch park en Unesco-werelderfgoed. Minder bekend dan Sukhotai, maar minstens zo indrukwekkend.
– Nabij Si Satchanalai vind je het dorp Baan NaTon Chan, dat bekend staat om zijn prachtige rijstvelden, heerlijke rijstnoedelgerechten, prachtige traditionele stoffen en vriendelijke bevolking.
Zo kom je er
Auto: In viereneenhalf uur rijd je van Chiang Mai naar Sukhothai. Vanuit Bangkok doe je er een uur langer over, onderweg passeer je Ayutthaya, Lopburi, Uthai Thani en Pichit. Vliegtuig: vanuit Bangkok ben je een uur onderweg. Sukhothai heeft de mooiste luchthaven van Thailand.
Beste tijd om te gaan
Het hele jaar door, met uitzondering van de warmste maanden, april en mei.
Witte zandstranden en kristalhelder water: ontdek de minder bekende eilanden in de Thaise Golf.
4. Oost-Thailand: Trat
In het verre oosten, op 320 km van Bangkok, ligt Trat. Vanwege de relatief grote afstand van Bangkok, vinden minder reizigers hun weg naar deze regio, wat er onder meer voor zorgt dat de paradijselijke eilanden die hier voor de kust, in de Golf van Thailand, liggen, betrekkelijk onbekend en weinig bezocht blijven. Wie wel de tocht onderneemt, treft op de eilanden spierwit, poederachtig zand en glashelder en aangenaam warm zeewater. Een ideale strandvakantiebestemming.
Tips
– Het eiland Koh Chang is het op één na grootste eiland van Thailand (na Phuket). Van de eilanden in de Thaise Golf is dit ook de meest bezochte. Dit eiland, dat zijn naam dankt aan zijn vorm, een olifant (chang), heeft prachtige, uitgestrekte witte zandstranden – White Sand Beach, Lonely Beach, Ao Prao Beach, Kai Bae Beach en Long Beach behoren tot de mooiste.
– Het eiland is uitstekend per fiets te verkennen. Ga bijvoorbeeld op zoek naar de diep in de bossen verborgen watervallen voor een verkoelende pauze.
– Koh Mak is een klein eiland met een actieve lokale gemeenschap die werkt aan het behoud van de authenticiteit en zorgdraagt voor duurzaamheid. Je vindt er een kleine markt en een stuk of twintig resorts die door lokale families worden gerund. Koh Mak voelt als een toevluchtsoord, stil en vredig. De beste stranden zijn Ao Suan Yai, Ao Pra en Ao Khao.
– Koh Kood (of Ko Kut) is het verst verwijderd van het vasteland. Het water is het thuis van talloze kleurrijke vissen en het wilde binnenland van dit vrijwel ongerepte eilandje is ongelooflijk mooi. Een ultieme plek voor liefhebbers van zwemmen en snorkelen. Een kajaktocht door de mangrovebossen is ook een optie, evenals een junglewandeling onder leiding van een gids, die je onder meer langs verscholen watervallen leidt. Yai Kee Beach, Klong Chao Beach, Bang Bao Beach, Ao Prao Beach, Ao Tapao Beach enAo Klong Hin Beach.
Zo kom je er
Vliegtuig: vlieg in een uur van Bangkok naar Trat, neem een taxi naar de pier vanwaar verschillende boten naar de verschillende eilanden varen.
Auto: rijd in vierenhalf uur van Bangkok naar een van de pieren in Trat en vanaf daar een boot naar het eiland van je keuze.
Beste tijd om te gaan
Het klimaat is hier vergelijkbaar met dat van de Andamanse Zee: van oktober/november tot april/mei is het weer het aangenaamst.
Vissers, vogels en rust: het landelijke en serene zuidoosten.
5. Zuid-Oost Thailand: Phatthalung
Phatthalung ligt 850 ten zuiden van Bangkok. Hoewel deze provincie aan de Golf van Thailand ligt, is het interessantste hier niet zozeer de zee, maar de ondergelopen vlaktes, meren en moerassen, waar vissers en boeren hun eenvoudige, authentieke leven leiden. Dit is sereen, landelijk Thailand, uitstekend voor een escape van een paar dagen.
Zo kom je er
Vliegtuig en auto: je vliegt in een uur van Bangkok naar Trang of Songkhla, vervolgens rijd je een uur met de auto naar Phatthalung.
Beste tijd om te gaan
Het hele jaar door.
Tips
– Boek een resort in de buurt van waar de Pak Pra-rivier het meer ontmoet. Dit is de beste plek om de authentieke Thaise levensstijl te observeren en lokale vissers aan het werk te zien. Visnetten staan hoog in het water en weerspiegelen in het spiegelgladde water van het meer. Hier wordt de stilte alleen onderbroken door het geluid van vissersboten en vogels. Huur ’s ochtends vroeg een boot om het meer te verkennen en zie de zon achter de talloze visnetten opkomen. Bezoek een ondergelopen rijstveld, kom tot rust aan de waterkant en geniet van een oorspronkelijke, verse keuken in een van de lokale restaurantjes.
– Watervogelreservaat Thale Noi (‘kleine zee’) is een must voor liefhebbers van vogels en bijzondere bloemen. Ga vroeg in de ochtend en huur een boot om vanaf het water een veelvoud aan rode en roze waterlelies en andere bloemen van waterplanten te zien. Spot talloze tropische vogels (vergeet je camera niet!) maar pas op voor de waterbuffels. Stop bij Krajood Varni Cooperative Center om te zien (of zelf te leren) hoe je tassen en andere souvenirs maakt van gedroogd krajood (een soort heel stevig gedroogd gras), een perfect en bijzonder souvenir.
Wilde natuur en een knalblauwe zee: de tropische paradijsjes van het zuidwesten.
6. Zuid-West Thailand: Satun
Bijna duizend kilometer ten zuidwesten van Bangkok ligt Satun, vanwege de afstand tot de hoofdstad misschien wel het best bewaarde geheim van het land. Wie de tijd en de wens heeft om ernaartoe af te reizen, zal worden beloond. De eilanden van deze provincie Satun zijn zo verbazingwekkend mooi, dat bezoekers het gebrek aan comfort zullen vergeten.
Tips
– Ko Lipe is het bekendste eiland van Satun, vanwege het spectaculair blauwe water en het rijke zeeleven. Ga snorkelen of duiken, boek een traditionele boot voor een snorkeltocht en een bezoek aan omliggende eilandjes. Wie geluk heeft ziet bioluminescente stralen, het Thaise antwoord op zeevonk. Op het eiland zelf vind je tal van meer en minder eenvoudig accommodaties, aan het strand of in de kleine jungle.
– De eilanden Ko Rawi, Ko Adang, Ko Bulon en Ko Khai zijn stuk voor stuk tropische paradijsjes.
– Satun heeft een geopark voor liefhebbers van geologie. Voor een onvergetelijke ervaring maak je een kajaktocht langs de prachtige steenformaties.
– Het eiland Tarutao, in het maritieme nationale park Tarutao, was ooit een gevangeniseiland, het Thaise Alcatraz eigenlijk. Hier werden politieke gevangenen opgesloten. Ontsnappen was onmogelijk door de verre afstand van het vasteland. Het eiland is wild, mysterieus en mooi. Er zijn weinig tot geen toeristische voorzieningen, maar wel een talloze watervallen, grotten, kalkstenen kliffen en een ongerepte jungle.
Zo kom je er
Vliegtuig en auto: je vliegt in een uur van Bangkok naar Trang of Songkhla en rijd vervolgens naar de Pakbara-pier, waar je de boot naar een van de eilanden neemt.
Beste tijd om te gaan
Van november tot april/mei. Van juni-september wakkert de moesson aan en sommige eilanden zijn tijdens het regenseizoen gesloten.
Voor vragen over reizen naar Thailand, kun je altijd terecht bij ons Europese kantoor van Tourism Authority of Thailand (TAT) in Parijs, we helpen je graag! Je kunt ons bereiken via infosthailande@gmail.com
Dit artikel is gemaakt in samenwerking met National Geographic.